De verstrekte tekst introduceert de Interface gedachte, een metafoor die het menselijk lichaam vergelijkt met drie radio's die verschillende systemen representeren: emoties (hart), logica (denkenergie), en bewustzijn (onderbewustzijn). Wanneer deze 'radio's' perfect zijn afgestemd, ervaren individuen coherentie, wat leidt tot een gevoel van welzijn, synchrone interacties met de omgeving, en het gemakkelijker bereiken van doelen. Omgekeerd, wanneer er incoherentie optreedt doordat de systemen niet op elkaar zijn afgestemd, ontstaan er irritatie en onbalans, zowel intern als in interacties met de buitenwereld. De tekst suggereert dat deze frequentiële onbalans op celniveau fysieke en psychische gevolgen kan hebben, vergelijkbaar met de effecten van geluidsgolven op water en zoutpatronen. Dit onderstreept het belang van interne congruentie voor algeheel welzijn en effectieve interactie met de omgeving.
