Listen

Description

F. Muller Jzn. had er al een stormachtige carrière op zitten toen hij in 1921 hoogleraar werd in Leiden. Muller was in alle opzichten de tegenpool van Hartman: Muller zette de deur open voor de nieuwe, Duitse inzichten uit de ‘Altertumswissenschaften’ en de taalkunde, en daarmee was hij een vertegenwoordiger van de modernere stroming in de klassieken. Maar Muller drijft door in zijn germanofilie naarmate de oorlog nadert. Terwijl zijn collega’s in opstand komen tegen de nationaalsocialistische invloeden op de universiteit, wordt Muller lid van de Kultuurraad en pleit hij in zijn rectorale rede voor ‘eenheid’. Maar aan het eind van de oorlog overlijdt Muller, en over zijn laatste jaren tastten we in het duister – totdat een aantal Leidse NKV’ers er onderzoek naar deed…

Deze podcast is het elfde deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.

Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.

Verantwoording:

Het citaat van Waszink komt uit zijn artikel over Muller in het Biografisch Woordenboek van Nederland: http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/mullerjzn

Het boek met professorenanekdotes is J. Dubelaar en A. Erftemeijer, 'Hier pleeg ik een grap te vertellen. Professorenanekdotes' (Baarn, 1986)

De brief is te vinden in het Academisch Historisch Museum, Dossier documentatie van de universiteit tijdens de bezetting, 1940-1945. AHM 236 AD nr. 65.

Het genoemde boek van Otterspeer is W. Otterspeer, Het Horzelnest. De Leidse universiteit in oorlogstijd (Amsterdam, 2019).