De populariteit van het gymnasium fluctueerde nogal, en daarmee de kansen op werk voor de classici. Het werk op een school lag echter vroeger, net als nu, voor de hand, en de pedagogiek won geleidelijk aan belang (uiteraard tot afkeer van J.J. Hartman). In deze podcast nemen we een kijkje in de keuken van het gymnasium, de belangrijkste werkgever voor classici.
Deze podcast is het negende deel van de reeks "Van Cobet tot Waszink. De klassieken in Leiden, 1850-1950" waarin Bram van der Velden ons over de geschiedenis van het vakgebied der klassieke talen in Leiden vertelt.
Bram van der Velden is postdoctoraal onderzoeker aan de universiteit Leiden. Hij promoveerde in Cambridge op een proefschrift over Ancient Approaches to Ambiguity in Literature en publiceerde recentelijk artikelen over de geschiedenis van het vakgebied in o.m. Lampas.
Verantwoording:
Meer, onder andere over de Amsterdamse brochure, is te vinden in W.E Krul, ‘De Nederlandse gymnasia in de negentiende eeuw’, in M.A. Wes (ed.), Van Parthenon tot Maagdenhuis: moet het gymnasium blijven? (Amsterdam, 1986)
Van Riel gaat in op zijn jaar klassieken in Leiden in J. van Tijn, Mr. H. van Riel in gesprek met Joop van Tijn, (Amsterdam, 1970).
De correspondentie van Onno Damsté met de rectoren is te vinden in het Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 586 O. Damsté en P.J. Damsté-Wind, nummer toegang 2.21.294.