Listen

Description

Stel je voor: een meisje van zestien stapt van Curaçao het vliegtuig in. Achterlaat wat ze kent: de zee, de warmte, de geuren van huis. Ze komt aan in een land waar het koud is, waar de taal anders klinkt en waar niets meer zeker is.

Thuis is er geen thuis meer. Gescheiden ouders. Schulden die zo hoog zijn dat het huis moet worden verlaten. De voedselbank wordt een vaste plek. En toch, midden in al die onzekerheid, gebeurt er iets wat bijna niet te bevatten is: ze besluit dat dit niet het einde van haar verhaal zal zijn.

Ze moest veel te vroeg volwassen worden. Terwijl anderen nog droomden over wat ze later wilden worden, vocht Claudin al voor een dak boven haar hoofd, voor eten op tafel, voor een toekomst die niemand haar zomaar gaf. Maar opgeven? Dat woord kende ze niet.

Ze greep haar kans op onderwijs met beide handen aan. Niemand zou haar dat afpakken. Niet de armoede, niet de eenzaamheid, niet de stemmen die zeiden: “Dit lukt je toch nooit.” Ze studeerde. Ze werkte. Ze stond elke ochtend weer op, hoe zwaar het ook was.

Geknokt. Gedurfd. Gedaan.

En altijd, dwars door alles heen, bleef ze trouw aan wat haar kracht gaf: haar christelijk geloof. Dat was haar anker wanneer de storm het hevigst woedde.

Vandaag staat daar een vrouw die van de voedselbank is doorgestoten naar de top van het ambtenarenapparaat. Een vrouw die niet alleen heeft overleefd, maar die heeft overwonnen. Meer dan een overwinnaar, zoals de Bijbel het zegt.

Claudin, jouw verhaal is geen uitzondering die bewijst dat het systeem werkt.

Jouw verhaal bewijst dat een mens, met doorzettingsvermogen, geloof en een onbreekbare wil, bergen kan verzetten. Zelfs als de hele wereld zegt dat die berg te hoog is.

Jij bent het levende bewijs dat wie valt, weer kan opstaan.

Dat wie bijna niets heeft, toch alles kan bereiken.

En daarom ben je hier vandaag. Niet alleen om te vertellen wat er is gebeurd,

maar om te laten zien wat er nog steeds mogelijk is.