In aanloop naar Kerst lezen we teksten van engelen die tegen heel normale mensen uitgesproken zijn. Vandaag lezen we over Jozef in Mattheüs 1:20-25
20 Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. 21 Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ 22 Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: 23 ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. 24 Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam zijn vrouw bij zich, 25 maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.