Deut. 4, 1-2. 6-8 Aan wat ik u voorschrijf moogt gij niets
toevoegen; onderhoudt de geboden van de Heer.
Jak. 1, 17-18.21b-22.27 Weest uitvoerders van het woord.
Mc. 7, 1-8. 14-15. 21-23 Gij laat het gebod van God varen en houdt vast aan de overlevering van mensen.