Listen

Description

Het maken van een presentatie over tinnitus gaat niet vanzelf. Daar ben ik even mee bezig. Een kijkje achter de schermen. 

(eigen foto van de voorbereiding)

Volledig transcript:

Welkom bij de podcast 'Evenwicht, je leven', de podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord... Mijn naam is Paula Hijne en ik maak deze podcast naar aanleiding van het boek 'Evenwicht, in uitvoering' Dat gaat over het hele fysieke zintuig 'evenwicht'. En in deze podcast kan ik dan ook delen al die psychische ervaringen rondom het evenwicht. Dus, dit is niet alleen maar over het fysieke evenwicht,maar alles wat daarmee samenhangt en dit is dan seizoen 5, aflevering 13: Een hoofd vol geluid.

Een hoofd vol geluid, dat gebruik ik vaak als ik een presentatie ga geven over tinnitus. Over oorsuizen. Over dat voortdurende geluid in mijn hoofd. Nou kan ik het ook noemen: Hoor jij wat ik hoor? Of: De zee in mijn hoofd. Ik heb het er wel eens eerder over gehad. En een hoofd vol geluid vind ik dan ook een mooie metafoor. Het zit in mijn hoofd, het is geluid, hoewel het niet écht geluid is. Want dat is ook wat ik in de presentatie vaak aangeef: geluid is iets wat ...eh... van buitenaf komt. En wat dan door onze oren naar de hersenen gaat en op het moment dat het in de hersenen aankomt, in dat auditieve deel, in de hersenen, dan pas weten we wat we gehoord hebben. Maar het komt van buitenaf.

En dat oorsuizen dat is ergens wat binnenin gebeurt, hoe werkt dat dan? Dat weten we nog steeds niet. Maar waar ik het vandaag over wil hebben is, over als ik zo'n presentatie ga houden, in dit geval dus over de tinnitus, dan krijg ik daar eerst de vraag voor. Kan jij daar een presentatie over geven? Dan wordt er een datum afgesproken en tijd en zo en of het live of online is. En op het moment dat ik weet dat ik die opdracht ga doen, dan gaan eerst in mijn hoofd een heleboel ideeën sudderen van, wat ga ik dan vertellen?

En ik heb natuurlijk een paar standaard lessen al liggen, de gastlessen die ik bij audicien-studenten al heb gedaan, meerdere keren voor de corona-periode. En ook die ik voor de Stichting Hoormij heb gedaan, de lezingen daarvoor, dus er ligt genoeg aan materiaal. En toch heb ik elke weer als ik dat een tijdje niet heb gedaan, dan ga ik er weer over nadenken: hoe kan ik dit anders doen?

En als dan die eerste ideeën zo naar boven komen, dan pak ik pen en papier. Het liefst gewoon lekker een vulpen en dan ga ik die eerste ideeën in klad opschrijven. Dan ga ik dat schrijven, dan worden al meteen al dingen geschrapt, er worden dingen bijgezet, aangepast en dat laat ik een tijdje liggen. Daar gaat ook altijd tijd overheen. Ik kan het ook niet altijd ad hoc. Heb ik wel een keer gedaan, dat is ook gelukt, alleen, ik vind het fijn om er even een tijdje mee bezig te blijven. En dan zit het een beetje ergens in mijn hoofd en dan suddert dat zo door en er komen ideeën bij. En af en toe schrijf ik er weer wat bij en soms leg ik het ook een hele tijd weg, kijk ik er niet naar.

En dan ineens, een nou één, twee weken voor dat ik de presentatie ga houden, dan ga ik er écht goed voor zitten. Dan pak ik dus al die aantekeningen erbij en dan ga ik eens kijken: wat heb ik allemaal opgeschreven. En soms sta ik er zelfs verbaasd van: oh wat leuk dat ik dat heb bedacht, oh wat leuk! En dan ga ik het uitwerken. En dan ga ik het op de computer zetten.

Dan ga ik het goed neerzetten, ...eh... zodat het voor mezelf heel helder en duidelijk is. En het kan zijn dat ik het eerst uitschrijf en daarna in korte woorden, in steekwoorden weer opschrijf en dat is dan wat ik gebruik in het vertellen. Dat is ook zoals ik eigenlijk vaak de podcast maak. Dat zijn ook eigenlijk losse woorden, korte zinnetjes. En wat ik daar allemaal tussendoor dan ga vertellen, dat zie ik op dat moment wel. Dat is ook afhankelijk van de mensen die tegenover me zitten en welke vragen er komen. En dan zijn die steekwoorden, dat rijtje daarvan, dat is mijn houvast, om dan wel alles aan bod te laten komen. En nou ja, als ik daar dan goed voor ben gaan zitten, dan weet ik hoe ik het allemaal wil en dan kan ik ook gaan kijken van wil ik een Power Point ja of nee? Soms wil ik het helemaal zonder en dat is ook afhankelijk hoe lang de presentatie is. Is het een korte presentatie, dan vind ik het helemaal niet nodig om daar een Power Point bij te doen. Is het een lange, langer dan een uur, anderhalf uur, dan vind ik dat nog wel mooi. En dan zet ik vaak in die Power Point alleen afbeeldingen of als ik er een tekst inzet, dan is het een tekst die mensen kunnen lezen, die ik zelf niet hardop voor hoef te lezen. Dan kunnen ze gewoon zelf meelezen. De schrijftolken die daar vaak bij zijn hoeven dat ook niet te typen. Mensen kunnen het zélf lezen. Want ik spreek het dan toch niet uit.

En pasgeleden heb ik dus een presentatie weer gegeven, en toen heb ik toch bedacht ik ga wel met een Power Point werken. Dus ik heb afbeeldingen uitgezocht en het mooie is dat ik nu, als het gaat over afbeeldingen van het oor en zo, dan kan ik afbeeldingen uit het boek 'Evenwicht, in uitvoering' gebruiken. Want die plaatjes, die tekeningen, die illustraties, zijn speciaal gemaakt voor mij, voor het boek 'Evenwicht, in uitvoering'. En ja, hoe mooi is het dat ik die kan gebruiken, dan zitten er ook helemaal geen rechten op, want het zijn mijn eigen rechten, dus zo heb ik ook een Power Point gemaakt. Als dat helemaal klaar is dan ga ik timen. Dan ga ik kijken hoe lang ben ik bezig met deze presentatie. Dan ga ik dus de klok aanzetten, en dan ga ik zelf praten zoals ik nu ook hier in de podcast praat. En dan ga ik dat eens doen alsof ik dat voor publiek doe, voor andere mensen. En dan tijdens dat vertellen, dan merk ik hé, het is te kort, ik kan hier aanvullingen aan doen of als het juist te lang is, dan ga ik er dingen uithalen. Of, dan is dat niet zo nodig. Dan moet ik dat ook niet aanstippen, dan kan ik dat beter weglaten. En als ik dat dan helemaal definitief heb, zo van: oké dit wordt het hele verhaal, dat kan mooi zo achter elkaar dan ...eh... heb ik dat ook helemaal in de computer goed neergezet. En dan kan ik dat printen en dan ligt dat alvast klaar. En wat er dan moet gebeuren, want de voorbereiding is nog steeds niet klaar, dat is het verzamelen van al die spullen die ik daarvoor nodig heb. Wat wil ik laten zien, in dit geval natuurlijk ook de Power Point moet dan mee. Hoe gaat dat dan?

De laatste keer was het online. En dat was wel weer een tijdje geleden dat ik online een presentatie heb gegeven. Want ja, de laatste keer was het gelukkig steeds live, maar dan online merk ik weer van, oh ja dat is écht weer even anders. Je hebt afstand van die mensen, kleine beeldjes, ik zie niet heel goed de gezichten, omdat het eigenlijk te klein is en dan merk ik dat mijn focus op het verhaal al heel anders is dan wanneer ik live voor zo'n groep sta. Dan kan ik ook mijn hele lijf gebruiken. Dan kan ik af en toe een stapje heen en weer zetten. Dan kan ik makkelijker naar de mensen toe stappen. En dat kan niet als dat natuurlijk online gebeurt. Dan sta ik wel aan mijn statafel, net zoals ik nu de podcast opneem, vind ik altijd nog fijner, omdat het me meer bewegingsvrijheid geeft. En ik merk ook wel, dat als ik sta, ben ik wel meer gefocust dan wanneer ik zit, dus dat scheelt wel.

Het voordeel van online is dan wel weer, dat het gewoon 's avonds kan en dat ik gewoon in huis kan blijven en dat ik dan ...eh... ja, dan kun je even 5 minuten pauze tussendoor houden. Maar dan is het genoeg tijd om beneden een kopje koffie te zetten, even naar de wc te gaan, dat kan makkelijk in die 5 minuten. Ben je ergens live, dan is vaak die pauze alweer langer, want ja dan is je weg naar de wc langer, ergens iets te drinken halen, het kost allemaal net even wat meer tijd. Je wilt mensen tussendoor even aanspreken of mensen spreken jou aan. Dus dan, én ook als je live bent, dan heb je natuurlijk altijd die reistijd. Je moet ergens naartoe! Dan moet je afspreken waar dat dan is. Moet ook een ruimte zijn waar al die mensen bij elkaar komen, dus het moet... aan de andere kant moet ook heel veel georganiseerd worden, zodat ik daar die presentatie kan geven. Dan is het veel makkelijker als je dat online doet, want dat doet iedereen vanuit zijn eigen huis of vanaf zijn vakantieplek of vanaf zijn werkplek, waar ze dan ook maar zijn. Dus ja ja het heeft allebei voor- en nadelen.

Oké, maar in dit geval ging het over tinnitus. En het was bij de Stichting Plotsdoven in samenwerking met Let's talk. Daar waren schrijftolken bij en ook gebarentolken. Dus dat was heel prettig voor al die mensen die daaraan meededen. Dat waren mensen die slechthorend waren en mensen die doof zijn of éénzijdig doof. En voor iedereen was daar dus de mogelijkheid om het goed te kunnen volgen. Je kan luisteren, je kan meelezen en je kan kijken. Kijken naar de gebaren. Dus dat is wel heel mooi dat die hele doelgroep daarin mee kan doen. Nou had niet iedereen tinnitus en dat maakte ook helemaal niet uit in het verhaal, want waar ik over verteld heb, dat ging over de Hertz frequenties, over de soort tonen die je kan horen en een beetje uitgelegd hoe dat zit. Ook het soort geluid. Dat er zó veel verschillende soorten geluiden kunnen zijn. En ook het volume. Dat afhankelijk is van het volume. En ook hoeveel, in welke mate je er last van hebt of geen last of matig last van hebt.

En dan is het niet zo per definitie dat een heel hard geluid ook altijd heel veel last geeft. Het kan best zijn dat het een heel luid geluid is, maar dat het geluid zélf, de toon, het soort geluid milder is dan wat het bij een ander is. Als je een hoge snerpende cirkelzaag hoort, dan kan het op een laag volume zelfs als heel storend zijn. Maar er zijn ook mensen die dat heel makkelijk kunnen handelen en juist heel veel last hebben van lage tonen, van bromtonen. En dat is heel afhankelijk van hoe jezel...