Sinds 2016 maak ik een radioprogramma bij de Lokale Omroep Zeewolde. De titel van het programma is de eerste vraag die altijd stel: Hoor jij wat ik hoor? Ik krijg er verschillende antwoorden op.
Als de radio 's avonds aan staat, versta ik niet wat er wordt gezegd. Zelfs het verschil tussen muziek of stemmen hoor ik niet. Maar hoe kan het dat ik ook middenin de nacht de radio hoor?
(eigen foto van de wekkerradio)
Volledig transcript:
Dit is de podcast 'Evenwicht, je leven'. De podcast over ons evenwicht in de breedste zin van het woord. Je luistert naar Paula Hijne. Ik ben auteur van het boek 'Evenwicht, in uitvoering', hoe ons evenwicht werkt. In deze podcast neem ik je mee in de fascinerende wereld van het evenwicht. Zowel fysiek als psychisch. En dit is seizoen 8, aflevering: Radio.
Als je mij al langer volgt, dan weet je dat ik een radioprogramma maak bij de lokale omroep in Zeewolde. En dat programma heet: 'Hoor jij wat ik hoor?' Dat maak ik al sinds 2016. Dus dat is al heel lang. Strakjes, in januari 2026, dan maak ik het programma al 10 jaar! Dan zit daar natuurlijk wel de periode van corona bij. Toen zijn er wat minder programma's gemaakt en zo, omdat we niet in de studio mochten. Ik mocht geen gasten ontvangen, dus er zijn wel wat afleveringen uitgevallen. Maar ik maak het één keer per maand, en niet vaker omdat ik, ja, het kost best heel veel tijd.
Ik zoek zelf de gasten uit die ik uitnodig om te interviewen. Ik zoek zelf de muziek uit. Ik regel dus de datum. Ik regel dat er een technicus bij is en ook dat de studio gereserveerd is, zodat we goed kunnen opnemen. En we nemen altijd op. Dus het is geen live programma. Het programma wordt overdag opgenomen en het wordt op zondagavond uitgezonden. Zondagavond van 8 tot 10 uur, dat is een beetje mijn vaste uur, dat 'Hoor jij wat ik hoor?' dan te horen is. Elke zondagavond. Ik neem het één keer per maand op en dat betekent dat in die maand zelf, het programma een paar keer herhaald wordt. Dat gebeurt heel vaak bij de lokale omroep, dat programma's herhaald worden en dat is in mijn programma dus ook zo.
En ja, 'Hoor jij wat ik hoor?', een programma over horen in de breedste zin van woord. Zo hoor je het ook in de jingle, als je naar het radioprogramma luistert. En dan interview ik allerlei gasten, over allerlei soorten onderwerpen, en dat kan van alles zijn. Het kan ook gaan over het levensverhaal, maar het kan ook gaan over werk, over een hobby, over vrijwilligerswerk. Over iets waar zij heel erg voor staan, voor dat ze iets regelen, vaak is het ook wel vrijwilligerswerk. Sporten kan het over gaan, muziek maken. Nou, noem maar op!
En ook mensen met gehoorverlies en zo, over tinnitus heb ik het pas weer gehad. Over hobby's die ik zelf ook heel erg leuk vind. Want dat is wel heel belangrijk; de onderwerpen die ik kies en de gasten die ik kies, dat is waar ik nieuwsgierig naar ben, waar ik waarschijnlijk ook wel het een en ander over weet, maar waarvan ik het heel leuk vind dat andere mensen daar ook meer over te weten komen. Dat de luisteraars daar ook van kunnen genieten, van zo'n verhaal. En zo'n interview is het ook. Ik stel de vragen zó dat de mensen zelf weten wat hun antwoord is, omdat ze praten over iets wat hun passie is, wat zij leuk vinden, waar ze enthousiast over zijn.
Ik gebruik daar wel hulpmiddelen bij. En die hulpmiddelen is voor mij dus echt een koptelefoon opzetten. En dat is heel fijn. Die koptelefoon kan ik zelfs over mijn hoortoestellen heen doen. En dan gaat het ook niet piepen of zo. Dat is heel prettig, want dan kan ik namelijk de spreker, de gast die ik heb, die ik interview, die kan ik makkelijker verstaan. Omdat de stem veel dichter bij mijn oren nog is, het is écht, door de koptelefoon krijg ik het nog dichter bij me. Dan hoef ik niet de hele tijd spraak af te zien, ik hoef niet de hele tijd te kijken naar het mondbeeld en naar de ander. En dan kan ik even zelf naar de klok kijken, ik kan op mijn papier kijken, want dat is mijn andere hulpmiddel. Ik heb mijn aantekeningen daar liggen waar de vragen op staan, maar ook het papier waar ook de muzieknummers op staan -dat doe ik natuurlijk niet allemaal uit mijn hoofd- zodat ik dus dat kan oplezen op het moment dat het nodig is. Dus dat zijn dingen die ik heel prettig vind.
Wat ik ook tegenwoordig doe is tijdens de radio, dat ik in plaats van zitten, ga ik staan. Dus ik sta tegenover de gast, die kan ik goed aankijken maar daardoor heb ik ook iets meer bewegingsruimte. Net als wanneer ik nu de podcast opneem, dan heb ik 2 handen vrij, ik kan wat bewegen, ik kan mijn voeten op en neer zetten, dat voelt veel makkelijker om te vertellen, maar ook om vragen te stellen. En ook om goed te kunnen luisteren naar de ander. Dus dat zijn ook allemaal dingen die mij helpen.
Goed, mijn programma 'Hoor jij wat ik hoor?', dat is ook altijd de eerste vraag die ik stel, dat geef ik ook aan. De eerste vraag die ik altijd stel is: 'Hoor jij wat ik hoor?' Het grappige is, er zijn wel vier categorieën waarin mensen een antwoord kunnen geven. Want ik krijg elke keer wel een ander antwoord. Maar het lijkt een beetje op elkaar, dus daarom heb ik het ingedeeld in vier categorieën. De eerste is een beetje dat: horen, ja 'Hoor jij wat ik hoor?'. Dan gaat het over horen als communicatie. En dan geven ze aan: ja we horen precies hetzelfde wat er wordt gezegd, maar we interpreteren dat op een hele andere manier. En dat kan dan komen door een andere ervaring of een andere achtergrond, andere geschiedenis, karakter, zienswijze, reflectie, kennis, noem naar op. Horen is dan luisteren naar het gesproken woord.
De andere categorie is: anders horen door het gehoorverlies. Er zijn gasten namelijk die ook gehoorverlies hebben. En als niet alle geluiden meer hoorbaar zijn, dan gaat het vaak over de mate van het gehoorverlies en op welke frequenties dat ook is en vaak noemen ze dan ook wel even een voorbeeld. Dat ze dan bepaalde dingen niet meer horen zoals een auto die voorbijrijdt, dat horen ze niet meer zo maar. Of het koffiezetapparaat wat pruttelt. Allemaal geluiden die dan wegvallen en waar ze het dan over hebben als ik die vraag heb gesteld.
De derde categorie ja, dan, (ha) jij hoort iets wat ik niet hoor. Ja, degene die mij goed kennen, die weten dat ik tinnitus heb. En dat geven ze dan ook aan, dat ik iets hoor wat zij niet horen en dat ze eigenlijk ook geen idee hebben wat ik hoor! Maar als ze zélf tinnitus hebben, dan gaat het eventjes bij die eerste vraag over het verschil tussen wat we horen en of zij een ruis hebben of een piep of een brom, in welk volume, daar kunnen we het even heel kort over hebben.
Maar die vierde categorie, dat zijn de mensen die zeggen: 'weet ik niet!' De vraag komt dan zo onverwachts en dan hebben ze eigenlijk helemaal geen antwoord op die vraag. En vaak vinden ze het heel spannend bij mij om gast te zijn, om geïnterviewd te worden. En ik zet ze eigenlijk een beetje op het verkeerde been met zo'n gekke vraag en dan vinden ze het moeilijk om daar antwoord op te geven. Maar ook als ze zeggen: 'ik weet het niet', is dat natuurlijk ook een antwoord. En dan gaan we over op de volgende vraag en dan is het vaak een vraag over waar ze geboren zijn, waar ze vandaan komen, waar ze eerst gewoond hebben, nou allerlei vragen waar ze daarna vervolgens overal antwoord op hebben (ha). Dat is wel heel grappig dat ook het antwoord: 'ik weet niet' helemaal niet erg is.
En dat is dus radio maken. Een radioprogramma maken over allerlei soorten onderwerpen. En het interviewen vind ik ontzettend leuk om te doen. Ik heb natuurlijk leren coachen, dus de kunst van het vragen stellen, dat kan ik ook gebruiken bij het interviewen. Dus ik stel de vraag en tegelijkertijd kan ik daar dan ook dieper op ingaan. Dus als ze een antwoord geven, wat óf niet helemaal duidelijk is óf waar ik echt zo van heb: hier kan je nog wel wat meer over vertellen, dan vraag ik dat ook. Dat betekent dat ik ook zelf heel goed moet blijven luisteren wat iemand vertelt. Dat ik écht moet kunnen volgen, waar heb je het nou precies over?
En dan moet ik bekennen, zelf luister ik heel weinig naar de radio. Ik luister ook heel weinig naar andere podcasts, want het luisteren, het luisteren naar radio, luisteren naar een podcast, dat ervaar ik steeds weer dat het mij ongelofelijk veel energie kost. Ik heb er namelijk geen mondbeeld bij, ik heb geen mimiek, ik zie geen lichaamstaal, dus ik moet alles op gehoor doen. En dat vind ik best moeilijk, dat vind ik dus ja, ..ehm.. zwaar om daar ook de aandacht bij te houden. Ik heb heel vaak toch het beeld erbij nodig of ik moet het ook mee kunnen lezen, zoals mijn eigen podcast. Daar zit altijd het transcript bij, dus dan kun je meelezen met wat er gezegd wordt en dan is het dubbelop; dan kun je én luisteren én lezen tegelijk. Maar dat heb ik heel vaak bij andere podcasts niet. En al helemaal niet bij radio, bij een radioprogramma.
Dus ik heb zelf heel weinig de radio aan. Heel af en toe als we in de auto zitten, dan wil mijn man nog wel eens de radio aanzetten. En dan horen we een of ander programma. En daar ook merk ik in, dat ik niet alle stemmen goed kan verstaan. En het leidt me dan ook heel erg af, als ik wat anders aan het doen ben. Ik kan maar één ding tegelijk, dus als ik naar de radio wil luisteren of naar een podcast, moet ik eigenlijk alleen maar gaan zitten en luisteren. Terwijl je de neiging hebt om nog even andere dingen te gaan doen. Er zijn mensen die kunnen, dat, die gaan juist wandelen en gaan een podcast luisteren. Of doen in de auto dus de radio aan of luisteren naar een podcast en rijden ondertussen en kunnen toch goed om zich heen kijken en veilig rijden. Nou dat is aan mij niet besteed, ik kan dat niet. Ik moet óf dan -ik rijd ik zelf geen auto- maar op de fiets bijvoorbeeld, dan moet ik echt alleen maar fietsen en rondom me heen kijken en zo, en niet a...