Brede beleggingsportefeuilles met daarin duizenden aandelen zijn al jarenlang gangbaar bij veel pensioenfondsen en verzekeraars binnen en buiten Nederland. Een vrij recente ontwikkeling in het Nederlandse pensioendomein is dat sommige pensioenuitvoerders vanuit ESG-overwegingen het aantal bedrijven hierin terugbrengen. Een voorbeeld is pensioenfonds Huisarts & Pensioen, met een geconcentreerde portefeuille van 65 bedrijven.
Mathijs van Dijk is hoogleraar financiële markten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij vroeg zich af wat de financiële consequenties zijn van zulke geconcentreerde portefeuilles. Samen met Andreas Brøgger en Joren Koëter schreef hij hierover een paper dat dit jaar heel veel aandacht kreeg in de pensioensector.
Uit hun bevindingen blijkt dat je voor voldoende risicospreiding meer nodig hebt dan de 30 tot 40 bedrijven die in eerder onderzoek als minimum worden genoemd. Het paper attendeert ook op een nieuw soort concentratierisico: Fear Of Missing Out oftewel FOMO, het risico dat kleine portefeuilles de best presterende aandelen mislopen.
Barbara Bleijenbergh is werkzaam bij PME Pensioenfonds. Als strateeg beleggingen adviseert ze het bestuur van het fonds over het beleggingsbeleid. Ze vertelt hoe het fonds uitgaat van een focusportefeuille die per regio is opgesplitst met in totaal 250 bedrijven en daarnaast een bredere ESG-indexportefeuille. Daarbij staan vragen centraal als: waarin willen we beleggen en welke bedrijven zijn toekomstbestendig?
Gespreksleider Saskia ter Ellen gaat met Bleijenbergh en Van Dijk in gesprek over de afwegingen bij het samenstellen van een beleggingsportefeuille. Volgens Bleijenbergh kiest PME Pensioenfonds bewust voor een genuanceerde aanpak, die het midden houdt tussen breed en geconcentreerd beleggen. Van Dijk gaat verder in op het FOMO-concentratierisico.