Wanneer we de bus opstappen, kijken we altijd naar welke plaatsen er nog vrij zijn. Iedereen heeft wel zijn favoriete plaats om te zitten en indien deze nog vrij is, nemen we deze graag in. In attractieparken staan mensen soms uren aan te schuiven om toch maar op de eerste rij te kunnen plaatsnemen in een achtbaan. Er heerst een soort strijd om de beste plaats te bemachtigen. De leerlingen van Jezus begonnen er zelfs ruzie over te maken, wie nu naast Jezus mocht plaatsnemen in de hemel. Leven in relatie met God is de beste plaats voor ons om te zijn. Jezus leert ons dat wie aan tafel gaat bij God niet langer bezig is met de beste plaats in te nemen hier op aarde. We moeten niet plaatsen opeisen voor onszelf of mensen uitnodigen om bij ons te komen eten om daarna te verwachten dat we ook daar mogen plaatsnemen. Nee, we kiezen bewust voor de minste plaats omdat anderen belangrijker zouden worden dan wij. De beste plaats om in te nemen, is nederigheid. Dingen doen voor een ander zonder iets terug te willen.
