Jezus beweegt zich in de evangelies steeds tussen tafel en tempel. Jezus gooide in de tempel wisseltafels om en joeg mensen uit de tempel. Jezus zijn woede was gestoeld op het feit dat mensen van een heilige plek een commercieel gewin hadden gemaakt. De tempel werd niet gebruikt om dichter bij God te komen, in relatie met Hem te leven, maar net voor geldtransacties. Jezus sprak harde woorden wanneer hij voorspelde dat de tempel verwoest zou worden. Maar waar God verdween uit zijn tempel, komt God in mensen wonen. Wij ontvangen een plaats aan zijn tafel. Begrijpen we dat in relatie leven met God geen transactie is, maar het in de diepte ervaren van wie God is. Plaatsnemen aan zijn tafel is bijzonder omdat het ons verandert, het zou ons moeten heiligen. Leven in relatie met God moet zichtbaar worden door een heilige levenswandel. Bewust kiezen voor wat juist is, voor wat puur is. Niet tevreden zijn met minder, klopt ons hart op dezelfde manier als waarop Jezus de tempel zuiverde om Gods heiligheid te verdedigen?
