Jozef had een jaloezie probleem met zijn broers die hem vervolgens verkochten als slaaf. Jozef kwam zo terecht in Egypte waar hij vernederd door het leven ging als slaaf. Toch maakte Jozef de keuze om te dienen in het huis van Potifar. Kunnen wij onze eigen trots aan de kant zetten wanneer we door een test van vernedering gaan? Of staat onze trots in de weg voor ons om een dienaar te zijn voor anderen. We vinden deze ingesteldheid terug bij Jezus. Hij die zich vernederde zodat hij de dienaar kon worden van allen.
=> Ik maak de keuze om mijn trots aan de kant te zetten en een dienaar te zijn voor anderen. (Genesis 37 en 39:1-6, Matteüs 23:11)