In Exodus 33:18-23 verlangt Mozes de heerlijkheid van God te zien en vraagt God daar om. God antwoordt met genade: Hij openbaart Zijn goedheid, Zijn Naam en Zijn soevereine genade, maar beschermt Mozes tegen de volle glorie die een mens niet kan verdragen. God verbergt hem in een rots en laat hem Zijn achterkant zien. Dit moment laat zowel Gods nabijheid als Zijn heiligheid zien. Ook wij mogen vandaag roepen: ‘Laat ons Uw heerlijkheid zien, Heer!’ en weten dat in Christus die heerlijkheid tot ons gekomen is, vol van genade en waarheid.