Twee weken geleden hebben we stilgestaan bij de wijze waarop het Hebreeuwse woord olam en de Griekse woorden aion en aionios in de gangbare vertalingen worden weergegeven. Daarbij zagen we dat deze woorden vaak worden vertaald met termen die een andere betekenis hebben, zoals wereld, terwijl het Grieks daar een afzonderlijk woord voor kent: kosmos.
Daarnaast wordt aiōn regelmatig weergegeven met begrippen als eeuw, tijd en zelfs het min of meer tegengestelde eeuwigheid. Juist daar ligt een vertaalfout met verstrekkende gevolgen. Aiōn zou consequent vertaald moeten worden met aeon: een tijdperk. Door deze weergave hebben de vertalers een aeonisch oordeel, dat naar zijn aard tijdelijk is, in de vertalingen veranderd in een oordeel zonder einde.
In deze studie bouwen wij hierop voort en nemen we stap voor stap het schema met de verschillende aeonen door. We zien welke aeonen er zijn en waar de Schrift erover spreekt. Ook behandelen we een aantal veelgestelde vragen. Wat betekent bijvoorbeeld de uitdrukking “de eeuwige God”? Impliceert dat dan niet dat God geen begin en geen einde heeft? En hoe moeten wij “eeuwig leven” verstaan: is dat leven eindeloos, of houdt het op? En wat te denken van de zonde tegen de heilige Geest, waarvoor volgens de bijbelvertalingen “geen vergeving is tot in eeuwigheid”?