Starend kijk je naar de ander
Kijken doe je al lang niet meer
Want je ziet slechts jezelf
Gereflecteerde leegte
In de trein spiegels naar het verleden
Vooruit snelt de toekomst op me af
Bewegen hoef ik niet; ik sluit mijn ogen
De tijd staat ruimteloos stil in het heden
Naast mij zit Jezus zijn hand in de mijne
Stil wachtend op een uitnodiging
Ik kijk om me heen en zit in een lege coupe
Waarin gedachten zich hebben neergevlijd
Muziek dringt mijn hoofd binnen
Onbekende klanken een bekende melodie
Ik luister in stilte naar de muziek binnengaats
Een lofprijs voor u is hier op zijn plaats
U mijn leven en toch ben ik die ik ben
Raadselachtige aanwezigheid
Liefdevolle heer tot uw lichaam behoor ik
Uw brood en wijn houden mij in leven
Maaltijd houden en gegeten worden
Opgaand in een lichaam waarvan u het hoofd bent
Uw gedachten voeden mij tot denken
Uw bloed doorstroomt mij tot een heilig leven
U bent bij mij, in mij dat is mijn leven
Daden hoef ik u niet te geven
Slechts doen wat u voor mij bereidde
In u kan ik me volkomen verblijden
Jou kan ik in de ogen kijken
Jou kan ik beminnen
Jij hebt een gezicht
Dat ik uit duizenden zou herkennen
Onveranderlijk de verjongende ogen
Onveranderlijk en steeds weer anders
Anders en steeds weer hetzelfde gelaat
Ik kom je tegen in iedere straat
@2004-02-27 Joop vd Elst