Waren de late sixties en vroege seventies de creatiefste periode in de naoorlogse geschiedenis van de popmuziek? Dat wordt vaak geschreven en gezegd. En inderdaad, na de opkomst van ‘rock’ in de jaren ‘50 en ‘beat’ in de jaren ‘60, plus de opkomst van de singer-songwriter, was een nieuwe muziekzaal rijp. Technologische evoluties lieten toe om de klank als nieuw te laten klinken.
Maar dat alleen is niet voldoende om een muziekperiode ‘klassiek’ te maken. Wat de muziek toen een surplus gaf, was haar relatie met een broeierige tijdgeest en met de onrust van een nieuwe generatie. De vele heftige gebeurtenissen in de tweede helft van de jaren ‘60 veroorzaakten grosso modo twee schijnbaar tegengestelde reacties.
In 1965 vonden in Californië scherpe studentenrellen plaats, en van Amsterdam in 1965 tot Parijs in 1968 verdeelden die de bevolking. Tegelijk kwam een escapistische tegencultuur op die zich veeleer afkeerde van de samenleving. Psychedelische picknick of radicale revolte? Beide ‘stromingen’ gebruikten muziek als een belangrijke communicatie- en expressievorm. Veel van wat toen belangrijk leek klinkt nu redelijk gedateerd, maar het was toen wel de basis voor de hausse in albummuziek van de jaren ‘70. Een periode die we vandaag vieren als een hoogtepunt in de popmuziek.
Peter Vantyghem (°1960) studeerde Germaanse filologie en is journalist bij De Standaard. Daar maakte hij deel uit van de cultuureducatie tussen 1989 en 2015. In die periode coördineerde hij de muzieksector en was hij twaalf jaar chef van de redactie Cultuur en Media. Sinds 2015 focust hij als ‘senior writer’ op de menswetenschappelijke kant van een breed amalgaam aan onderwerpen in de culturele, maatschappelijke en gezondheidssector.
Lezing op zondag 25 februari 2018 in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.
Meer over de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience?
Website – www.consciencebibliotheek.be
Facebook – www.facebook.com/consciencebibliotheek
Twitter – www.twitter.com/ehcantwerp