Over het heiligdom gesproken -1-
De oproep aan het volk Israël in Psalm 95 om de Eeuwige als een groot Koning te prijzen wordt in de nu volgende psalmen (Psalmen 96-100) ook gedaan aan de volken. Daarin wordt niet het koningschap van David, maar dat van de Eeuwige, dat is de Heere Jezus, Jeshua, bezongen:
Psalm 96 begint met “Zingt voor de HEERE een nieuw lied” (Ps 96:1).
Psalm 97 begint met “De HEERE regeert” [letterlijk “de HEERE is Koning”] (Ps 97:1).
Psalm 98 begint met “Zingt voor de HEERE een nieuw lied” (Ps 98:1).
Psalm 99 begint met “De HEERE regeert” [letterlijk “de HEERE is Koning”] (Ps 99:1).
Psalm 100 begint met “Juich de HEERE, heel de aarde” (Ps 100:1).
Davids koningschap en dat van de Heere Jezus, Jeshua, zijn op het nauwst met elkaar verbonden, want de grote Zoon van David is de Jeshua van de legermachten. Deze verzen zien vooruit naar de vervulling van de beloften, wanneer de Eeuwige openlijk Zijn gezag over de volken uitoefent.
Lees meer...