Over het recht gesproken
David heeft in de verzen 1-5 de HEERE geloofd voor alle weldaden die de HEERE, de Aanwezige, aan zijn ziel heeft gedaan. Het is ook niet zo maar een weldaad, maar een grote weldaad, namelijk dat er een omkeer heeft plaatsgevonden in zijn situatie. Eerst was hij onderweg naar het verderf, zoals we lezen in vers 4. De grote weldaad van de HEERE, JHWH, is dat Hij hem heeft verlost van dit alles en hem heeft overladen met zulke grote zegeningen dat hij onmogelijk kan zwijgen over zijn behoud.