Over een erfkwestie gesproken
Nadat wij de voorgaande keer en ‘uitstapje’ hebben gemaakt naar de ‘plengoffers’ gaan we vandaag weer verder met het vervolg van Psalm 16. We denken na over de verzen 5 en 6 waar we lezen:
De HEERE is mijn enig deel mijn enig deel en mijn beker.
U onderhoudt wat het lot mij toewees.
De meetsnoeren zijn voor mij in lieflijke plaatsen gevallen,
ja, een prachtig erfelijk bezit heb ik gekregen.
In plaats van zich in te laten met ‘vreemde’ goden wend David zich tot de HEERE, JHWH. David weet ‘U bent mijn deel en mijn beker, mijn bestemming is in Uw handen’. De Hebreeuwse woorden die hier gebruikt betekenen zoveel als ‘deel, aandeel, portie’ en worden ook gebruik voor het delen van een offerdier in Leviticus 6 vers 17, maar voor het verband lees ik vanaf het veertiende vers:
Lees meer...