Vanmorgen wil ik met je stilstaan bij de woorden:
Hij zette mijn voeten op een rots
en maakte mijn schreden vast.
De voorgaande keer hebben we stilgestaan bij de woorden van David waarin het rumoer van de volkeren vergelijkt met een kuil vol kolkend water, en modderig slijk. En vandaag hebben we gelezen op welke plaats de Heere God ons vanuit het modderige slijk, de wereld geplaatst heeft. Inderdaad op de Rots, waar we, zegt David, vaste grond onder de voeten hebben.
Lees meer...