Over het Koningschap gesproken
De voorgaande dagen hebben we stilgestaan dat veel Oudtestamentische vergezichten met betrekking tot de zegenrijke regering van de Messias in vervulling zullen gaan.
Hier volgen er een paar: Jesaja 9, 11, 35, 60, 61, 62; Jeremia 30, 33; Ezechiël 37, 40 e.v.; Daniël 2, 7:12; Amos 9:11-15; Micha 4, 5; Zefanja 3:9 e.v.; Haggai, Zacharia 8,14.
In het boek Openbaring zien wij, dat de Zoon des mensen Zijn Koningschap aanvaardt, waarbij ook zal blijken, dat Hij de Zoon van God is:
En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Heere en van Zijn Christus geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid.
En de vierentwintig ouderlingen, die voor God op hun troon zitten, wierpen zich met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, en zeiden: Wij danken U, Heere, God de Almachtige, Die is en Die was en Die komt, omdat U Uw grote kracht ter hand hebt genomen en Koning geworden bent. (Openbaring 11 vers 15-17)
En een stukje verderop, in hoofdstuk 12 vers 6 tot en met 10 lezen we:
Lees meer...