Over het heelal gesproken
De voorgaande dagen hebben we stilgestaan bij de kleine kinderen en de zuigelingen waaruit God Zijn lof heeft bereid.
Nu wil ik met je nadenken over de woorden uit vers 4 en 5:
Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,
wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
Een groter contrast is er bijna niet mogelijk. Van een zuigeling, zo klein, nietig en krachteloos naar het nagenoeg eindeloze heelal van maan en sterren. Zelfs de geleerden hebben geen enkel idee hoe groot het is. Inderdaad, als je daaraan denkt dan komen de gedachten van David als het ware vanzelf naar boven borrelen:
Lees meer...