Heeft niet de sterveling een strijd op aarde? vraagt de wijze Job, en zijn de dagen van de mens niet als de dagen van een dagloner? Een slaaf snakt naar schaduw. Een dagloner ziet uit naar zijn loon. Beiden hebben er voor gezwoegd, gestreden. De mens gaat op naar zijn werk, zijn dienstwerk. Tot aan de avond. Zo lezen we in Psalm 104. De mens gaat uit voor zijn levensonderhoud. Dat is de strijd om het bestaan.
Wanneer moet je uitgaan om te strijden? Is dat niet als je leven en je levensonderhoud wordt bedreigd? Als er vijanden aan je grenzen staan of over je grenzen komen?
In het Leerhuis bespreken we vers 10-21 van Deut. 21. In het eerste deel zien we de tweestrijd en in deel twee gaat het over de herrie in huis.