Listen

Description

Ik heb al eerder verwezen naar de werken van René Süss, gebundeld in "De Messias Moet Nog Komen," met de ondertitel "Theologie met het oog op Israël en de volkeren." In dit boek staat een artikel getiteld "Horen naar elkaars geloven," met als ondertitel "Jezus een heiland." Het is een reactie op Mattheus 16, specifiek op de belijdenis van Petrus: "Jij bent de gezalfde, de zoon van de levende God." De belijdenis die Petrus uitspreekt, is joods van aard, maar wordt door christenen overgenomen en uitgesproken. 

De eerste constatering moet zijn dat de manier waarop christenen deze belijdenis hanteren, minstens vreemd is. De kerk spreekt over haar onopgeefbare verbondenheid met het joodse volk en het delen van hun verwachtingen. Dit maakt deel uit van de elementen waarmee de kerk haar identiteit omschrijft. De grondwet van de christelijke kerk bevat veel zaken over Israël. Maar werd aan de joden gevraagd of zij hiermee akkoord gaan? Er was geen vooroverleg; het is eenzijdig opgelegd.

Er zit nog een zendingsgedachte in: christenen hebben de juiste belijdenis van Jezus en willen op basis daarvan een dialoog voeren met Israël. Maar is dat een belijdenis waarmee je Israël benaderen mag? Hoe kunnen heidenen aan joden uitleggen wie hun Messias is? Zeker, de kerk heeft een onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël, dus niet alleen met joden die christenen zijn geworden. Misschien moeten christenen opkomen voor degenen die Jezus hebben afgewezen. Misschien hebben die joodse tegenstanders ook gelijk. Petrus spreekt natuurlijk voor zichzelf, en de vraag is of Jezus deze belijdenis zonder meer heeft aangenomen. Hij zegt wel dat deze belijdenis uit God is, maar het is geen boodschap die van de daken geschreeuwd moet worden. Daarom droeg hij zijn leerlingen op om aan niemand te zeggen dat hij de gezalfde was. Er waren vele titels voor Jezus, zoals Zoon des Mensen. 

Dit kan betekenen: een mens bij uitstek, naar Gods hart, overeenstemmend met Psalm 1. Dit houdt ook in lijden voor Gods naam, eventueel sterven voor Gods naam, zoals in Jesaja en Zacharia. Jezus herkende zich in dit beeld van Zoon des Mensen.Maar er is nog een tweede element: Zoon des Mensen als mythische gestalte die neerdaalt uit de hemel om orde op zaken te stellen, zoals in Daniel's profetieën.

Beide kanten van de titel Zoon des Mensen zijn messiaans. Psalm 1 gaat over de rechtvaardige die leeft volgens de Torah; Psalm 2 over een koninklijke figuur die bevrijding brengt. Vanuit Joods perspectief zien we dat Psalm 1 toepasbaar is op Jezus van Nazareth. Maar kunnen wij aanvaarden dat hij ook de rol van de Gezalfde Koningszoon uit Psalm 2 vervult? Zelfs Jezus lijkt te twijfelen of hij deze verheven Zoon des Mensen uit Daniel's profetieën was. Jezus vroeg zijn leerlingen om hun belijdenis van hem niet te verkondigen omdat hij wist dat hij niet volledig voldeed aan het schema van Psalm 2. Hij wilde zien of God bij zijn intrede in Jerusalem zou bevestigen dat hij inderdaad de Messias was.

Jezus is in zekere zin een mislukte Messias, maar geen totale mislukking. Hij vervulde Gods Thora zoveel als mogelijk voor een mens en toonde Gods liefde voor alle mensen. Daarom is het niet vreemd om hem heiland te noemen. Maar hij vergiste zich; de grote revolutie bleef uit. We herkennen hem in Psalm 1, maar helaas niet in Psalm 2. De geschiedenis leert ons dit.

Become a supporter of this podcast: https://www.spreaker.com/podcast/beit-ahavat-ha-torah--5753331/support.